Oliebaas die klimaattop leidt ‘probeert op twee dansvloeren tegelijk te dansen’

Ahmed Al-Jaber De benoeming van de Emiratische oliebaas Ahmed Al-Jaber tot voorzitter van de klimaattop in Dubai leidde in januari tot kritiek. Grote plannen heeft hij sindsdien nog niet ontvouwd. Hij maakt een kunstmatig onderscheid tussen broeikasgassen en de fossiele brandstoffen die ze veroorzaken.

Voorzitter Ahmed Al-Jaber (links) van de klimaattop in Dubai bracht vorige week een bezoek aan voorzitter van de Europese Raad Charles Michel in Brussel. De benoeming van olietopman Al-Jaber tot voorzitter van COP28 is omstreden.
Voorzitter Ahmed Al-Jaber (links) van de klimaattop in Dubai bracht vorige week een bezoek aan voorzitter van de Europese Raad Charles Michel in Brussel. De benoeming van olietopman Al-Jaber tot voorzitter van COP28 is omstreden. Foto Olivier Hoslet/EPA

Menig wenkbrauw werd gefronst toen de Verenigde Arabische Emiraten (UAE) vorig jaar werden uitverkoren als gastheer van COP28, de 28ste mondiale klimaattop, in november van dit jaar. Zou een land waar staatsoliebedrijf Adnoc verantwoordelijk is voor meer dan de helft van het nationale inkomen bereid zijn te pleiten voor het uitfasering van fossiele brandstoffen? De verbazing werd alleen maar groter toen bleek dat uitgerekend Sultan Ahmed Al-Jaber, de baas van Adnoc, de klimaattop zou voorzitten.

De afgelopen maanden reisde Al-Jaber de wereld over, naar eigen zeggen vooral om te luisteren. Hij was onder andere in Brussel, Berlijn, Tokio, Washington en Beijing. Telkens liet hij weten dat landen meer moeten doen om de klimaatdoelen te halen. Maar wat dan precies, en hoe hij dat wil bereiken is niet duidelijk. Ook op de klimaatconferentie in Bonn, die deze donderdag eindigt, ontvouwde hij geen grote plannen. Het gevolg is dat er vooral veel over Al-Jaber zelf wordt gesproken, en nauwelijks over zijn strategie.

Uitstekend gepositioneerd

Eurocommissaris Frans Timmermans en klimaatgezant John Kerry, de hoogste onderhandelaars van de Europese Unie en de VS, spraken meteen na Al-Jabers aanstelling in januari hun steun uit. John Kerry noemde Al-Jaber zelfs „een geweldige milieuactivist die voor de UAE al twintig jaar nieuwe wegen bewandelt”. Vel niet meteen een oordeel, zei Kerry, maar luister eerst naar zijn toespraken. Daaruit rijst volgens Kerry het beeld op van een man „die zich inzet voor een overgang van fossiele brandstof naar de toekomst”.

Ook Timmermans vond Al-Jaber „uitstekend gepositioneerd om ons naar een succesvolle COP te leiden”. Dit weekeinde herhaalde Timmermans in een interview in NRC zijn argumenten: voor de energietransitie is deelname van de olie- en gasindustrie onontbeerlijk. Juist Al-Jaber kan grote concerns overtuigen. En omdat de wereld nog lang afhankelijk zal zijn van olie en gas, kun je die industrie maar beter binnenboord houden.

Riskante belangenverstrengeling

Milieuorganisaties waren vanaf het begin juist sceptisch. Alsof de sigarettenindustrie een conferentie organiseert voor de Wereldgezondheidsorganisatie, of een wapenfabrikant vredesonderhandelingen leidt. „Een onacceptabele belangenverstrengeling”, noemde Tasneem Essop, hoofd van CAN International waarin tientallen milieuorganisaties samenwerken, Al-Jabers benoeming. Ze riep hem op om zijn functie bij Adnoc neer te leggen, in ieder geval gedurende zijn voorzitterschap. Anders dreigden volgens Essop de onderhandelingen gegijzeld te worden door een oliestaat en door lobbyisten van de fossiele-brandstofindustrie.

Dat Al-Jaber behalve topman van een van de grootste olieconcerns ter wereld ook bedenker en oprichter is van Masdar, een tak van het olieconcern dat zich volledig richt op duurzame energie, maakte volgens zijn critici weinig uit. Ze wijzen erop dat Adnoc tot 2027 zo’n 150 miljard dollar in olie- en gaswinning investeert, en tot 2030 slechts 15 miljard in duurzame energie.

Dubbele agenda

„Vervuilers uit de particuliere sector” dreigen een onwenselijke invloed te krijgen op de klimaatonderhandelingen. Dat schreven meer dan honderddertig leden van het Amerikaanse Congres en het Europees Parlement op 30 mei in een open brief aan VN-chef António Guterres, hoofd van het klimaatbureau Simon Stiell, de Amerikaanse president Joe Biden en de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen. Al bij de vorige klimaattop in Sharm-el-Sheikh werd de conferentie overspoeld met lobbyisten voor de fossiele industrie, aldus de politici. Dat dreigt alleen maar erger te worden en het „ondermijnt het onderhandelingsproces”.

Lees ook Waarom de wereld na de top nog steeds op koers ligt naar ‘de klimaathel’

Michael Bloss, Europarlementariër namens de Duitse Groenen en een van de ondertekenaars, noemt de aanstelling van Al-Jaber in de Financial Times „een schandaal”. Zijn Nederlandse collega Bas Eickhout zegt het diplomatieker. Volgens hem gaan de economische belangen van een fossiel land onmogelijk samen met een transitieagenda die gericht moet zijn op afstand nemen van de fossiele industrie.

Het is onduidelijk waar Al-Jabers prioriteiten liggen, zei Christiana Figueres in een podcast op de website Outrage + Optimism. Zij was in 2015 hoofd van het VN-klimaatbureau en nauw betrokken was bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord van Parijs. Al-Jaber „probeert op twee dansvloeren tegelijk te dansen”, aldus Figueres. Vanuit het perspectief van de UAE is het logisch dat hij fossiele brandstoffen beschouwt als een onderdeel van de toekomstige energiemix, maar als voorzitter van de COP is zo’n standpunt „gevaarlijk” omdat van een COP-voorzitter onafhankelijkheid wordt verwacht.

Groen imago

Al-Jaber reageert tot nu toe stoïcijns op de kritiek en doet er intussen alles aan om zijn ‘groene’ imago op te poetsen. Onderzoeksjournalisten van Climate Reporting ontdekten, samen met de Britse krant The Guardian, bijvoorbeeld dat zijn pagina op Wikipedia recent is opgeschoond. Zo werd een passage waarin hij werd geroemd vanwege een akkoord met investeringsmaatschappijen voor de aanleg van oliepijpleidingen ter waarde van 4 miljard dollar, vervangen door de opmerking dat hij „buitenlandse investeringen” had aangetrokken. Inmiddels is de Wikipedia-pagina overigens aangevuld met de beschuldigingen van ‘greenwashing’.

Die gaan verder dan alleen Wikipedia. Klimaatwebsite Climate Home News schreef vorige week een verhaal over zo’n honderd spookprofielen op Twitter die in februari zijn aangemaakt, met tweets die de buitenlandpolitiek van de Emiraten en de klimaatvisie van Al-Jaber prijzen en critici van Al-Jaber hard aanvallen. Het kantoor van Al-Jaber ontkende alle betrokkenheid. Volgens een woordvoerder moeten deze nepaccounts, die inmiddels deels door Twitter zijn verwijderd, het werk zijn van mensen die proberen „COP28 en het klimaatproces” in diskrediet te brengen.

Bescheiden plannen

Al-Jaber heeft herhaaldelijk gezegd dat hij vasthoudt aan het beperken van de opwarming tot maximaal 1,5 graden Celsius. Klimaatwetenschappers zeggen dat dat alleen haalbaar is bij een snelle reductie van het gebruik van fossiele brandstoffen – die verantwoordelijk zijn voor ongeveer driekwart van de temperatuurstijging.

Lees ook Is een klimaattop wel de juiste manier om tot mondiale afspraken te komen?

Maar over fossiele brandstoffen praat Al-Jaber niet graag. Zijn plannen voor COP28 gaan vooral over klimaatfinanciering, over het nieuwe schadefonds waar arme landen uit kunnen putten als ze worden getroffen door een klimaatramp, en over het voorstel van de Internationaal Energie Agentschap dat vóór 2030 ten minste 30 procent van alle energie uit duurzame bronnen moet komen.

Al jaren wordt geprobeerd om in een klimaatakkoord vast te leggen dat er een einde moet komen aan het gebruik van fossiele brandstoffen – tot nu toe zonder succes. En niets wijst erop dat dat op COP28 wel gaat gebeuren. Vorige maand pleitte Al-Jaber in Berlijn voor „een pragmatische, rechtvaardige en goed beheerde energietransitie” die scherp gericht is „op het uitfaseren van de uitstoot van fossiele brandstoffen” – dus niet de brandstoffen, maar de uitstoot.

Over fossiele brandstoffen praat Al-Jaber niet graag; als het aan hem ligt komt aan de productie van olie en gas voorlopig geen einde

Daarmee creëert Al-Jaber een kunstmatige scheiding tussen olie en gas enerzijds en de broeikasgassen die ze veroorzaken anderzijds. Fossiele brandstoffen zijn in zijn visie geen probleem, zolang de broeikasgassen worden afgevangen en opgeslagen. Maar de technologie daarvoor is kostbaar en wordt tot nu toe alleen op kleine schaal toegepast. Volgens veel wetenschappers is deze technologie vooral bedoeld voor restemissies die op geen enkele andere manier te voorkomen zijn.

Als het aan Al-Jaber ligt, komt aan de productie van fossiele brandstoffen voorlopig geen einde. Zijn bedrijf Adnoc besloot die in september zelfs nog fors op te schroeven.
Foto John MacDougall

De fossiele industrie

Door de focus te verleggen naar broeikasgassen, wordt de aandacht afgeleid van de productie van olie en gas zelf. Als het aan Al-Jaber ligt, komt aan die productie voorlopig dan ook geen einde. Adnoc besloot in september de productie van olie en gas fors op te schroeven. Volgens persbureau Bloomberg wil het bedrijf daarmee voorkomen dat het blijft zitten met olie- en gasreserves op het moment dat de wereld overgaat op schonere brandstoffen. Adnoc wil met dat geld naar eigen zeggen „de energietransitie omarmen en ons bedrijf toekomstbestendig maken”. Want „zolang de wereld olie en gas nodig heeft om de energiezekerheid te garanderen, is het van cruciaal belang dat de minst koolstofintensieve vaten beschikbaar worden gemaakt.”

Al-Jaber lijkt ruim baan te maken voor de fossiele industrie. Niet alleen in zijn plannen, maar ook tijdens de klimaattop zelf. De Financial Times onthulde deze week dat bedrijven die het evenement sponsoren met een bedrag hoger dan 8,2 miljoen dollar, daarmee toegang kopen tot de zogeheten ‘blue zone’, het gebied waar normaal alleen onderhandelaars en regeringsleiders toegang hebben. Het laat zich raden wie dat wil betalen.